Bevoegdheden van de politie
Agenten mogen het volgende doen:
- identiteitscontrole;
- tassencontrole;
- aanhouden en staandehouden;
- harder rijden in het verkeer;
- met signaallicht en sirene rijden;
- geweld gebruiken;
- onderzoek verrichten in een woning met een huiszoekingsbevel;
- telefoon tappen;
- personen observeren.
Strenge regels rond bevoegdheid
Deze bevoegdheden zijn aan zeer strenge regels gebonden. Sommige bevoegdheden mag de politieagent zelf toepassen. Zwaardere opsporingsbevoegdheden, zoals een telefoon tappen, iemand observeren of een woning doorzoeken (huiszoeking) mogen pas worden toegepast na toestemming van de officier van justitie of de rechter-commissaris.